De werkdruk-epidemie grijpt om zich heen als een veenbrand

, in

Werkdruk speelt in alle sectoren maar in de zorg, het onderwijs en de bouw loopt het de spuigaten uit. Met koffie en adrenaline houdt mensen zichzelf op de been totdat vroeg of laat het touwtje breekt. Hoe herken jij de signalen van je lichaam? Hoe blijf jij uit de stress? Hoe hou jij ‘ruimte’ op de werkvloer? Coach Koos van Raalte: “Mensen hoeven niet steeds ja en amen te knikken. Ik leer hen dat ze zelf ook iets te willen hebben en de dialoog aan te gaan als ze aan hun tax zitten.”

Coaching is harder nodig dan ooit!

werkdruk

Nederland anno 2018. De werkdruk-epidemie grijpt om zich heen als een veenbrand. Buschauffeurs krijgen geen tijd om te plassen. Kraanmachinisten moeten hun behoefte doen op honderd meter hoogte (want naar beneden komen kost tijd). Orderpickers worden uitgeknepen als een citroen. Fietskoeriers worden ingepland in onmogelijk snelle leveringsschema’s. Leraren worden geconfronteerd met administratieve rompslomp (en klassen van veertig leerlingen) en politieagenten mogen geen zwakte tonen na een traumatische ervaring. Hoe ga je ermee om? Dat is de grote vraag.

Teveel mutaties

Door werkdruk kan een mens flink gestrest raken. Addy Visser, montageleider bij een installatiebedrijf in Tilburg, weet er alles van. Visser (44) is een ervaren teamleider, al 25 jaar werkzaam bij kleinere installatiebedrijven. Drie jaar geleden ging hij aan de slag bij een grote, landelijk opererende installateur. In zijn team is hij een soort ‘verbindingsofficier’ tussen vier binnendienstmedewerkers en twaalf monteurs in de buitendienst. Als er een opdracht binnenkomt, gaat Visser op locatie kijken wat er moet gebeuren -duimstok en rolmaat in zijn binnenzak. Hij meet radiatoren op, maakt notities, een werktekening en een verslagje. De verzamelde informatie wordt overgedragen aan de betreffende cv-monteur, die nu weet wat hem te doen staat.

So far so good.Maar Visser moet wennen aan de communicatie in de organisatie, die over meerdere schijven loopt vanwege de vele managementlagen. De dynamiek is anders dan in het mkb, waar je met een vraag even bij de directeur binnenwandelt. Voor Visser ontstonden de problemen voor hem door de vele mutaties op zijn afdeling. Hij zag in drie jaar tijd negen nieuwe gezichten verschijnen, waarvan ongeveer de helft ook weer vertrok. Visser vertelt: “Ik heb vier nieuwe werkvoorbereiders, drie planners en twee teamleiders zien komen. Dat geeft werkdruk. Mijn leidinggevenden denken dat je een poppetje vervangt en dat het werk gewoon doorgaat alsof er niks is gebeurd. Mensen hebben tijd nodig om te wennen en ingewerkt te worden. Maar die tijd krijg ik niet.”

Betrokken voelen

Een van de planners zit al maanden ziek thuis. Een deel van dat werk neemt Visser ook op zich, hoewel dat niet in zijn functieprofiel staat. Waarom eigenlijk? Visser: “Ik voel me betrokken bij mijn belangrijkste taak: zorgen dat de bussen blijven rijden.” Ondertussen blijven de opdrachten binnenstromen. Er komt steeds maar werk bij. Visser: “Weet je wat er dan gebeurt? Iedereen gaat mij zoeken. ‘Vraag het maar aan Addy’, is het dan, want ik werk hier het langst. Ook trek ik onbewust verantwoordelijkheid naar me toe. Dat zit in mijn karakter. Maar er zijn grenzen. Soms moeten er tien dingen tegelijk gebeuren. Ik word gebeld en was net bezig iemand terug te bellen om een probleem op te lossen. Ondertussen staat er iemand aan mijn bureau met een lastige vraag waar ik niet direct een antwoord op heb.”

Al meerdere keren is Visser bij zijn eigen teamleider op gesprek gegaan om zijn beklag te doen: “Dan zeg ik ‘joh, kom nou eens kijken op onze afdeling’. Maar dat vindt hij niet nodig.” Visser krijgt te horen wat hij moet doen en dat is dat. Maar er zitten grenzen aan wat hij aan kan. En dan slaat de stress toe. Visser: “Ik ben van recht-is-recht-en-krom-is-krom. Als het te druk is, word ik bokkig, grimmig, kort van stof. Ik ben echt geen fijne collega meer. Dat merk ik zelf ook wel.”

Geen burn-out

Die signalen werden wel door hen management opgepakt. Visser werd gevraagd een vragenlijst in tetouwtje vullen en werd naar coach Koos van Raalte gestuurd. Hij volgde zes sessies van zo’n twee uur in twee maanden tijd. Hij leerde veel van de coaching: “Ik heb geleerd me even terug te trekken als het teveel wordt. De signalen van mijn lichaam geven het aan: spanning, zweten, onrust. Dan ga ik even apart zitten, of ik maak een wandelingetje, in plaats van meteen overal bovenop te duiken en alles direct af te tikken. Ik neem ook elke dag een half uur pauze om de batterij weer op te laden.”

Misschien wel het belangrijkste wat hij leerde is zorgvuldig communiceren: “Ik kan iemand de grond in boren. Maar ja, als montageleider heb ik daar zelf ook last van want het is slecht voor iemands vertrouwen. In 1-op-1 gesprekken probeer ik rustig en duidelijk te benoemen wat ik vind. Ik denk na voordat ik iets zeg, en spreek mensen aan met hun voornaam. Ik blijf in contact met de ander. Allemaal van Koos geleerd. De training heeft me weer met beide benen op de grond gezet. Dat is het belangrijkste. Om me heen zie ik mensen in een burn-out raken. Dat gaat mij niet gebeuren. Ik wil nog langer mee dan vandaag. Mijn privéleven staat op één, daar ben ik me door de training weer van bewust geworden.”

PE-methodiek

Koos van Raalte ziet veel gemis aan bewustzijn en zelfkennis op de werkvloer. Daarop focust hij in zijn trainingen. Van Raalte: “Een positieve draai geven aan een situatie met hoge werkdruk en interne spanningen, daar help ik mensen bij. En dan vooral het stuk waar ze zelf invloed op hebben. Werkdruk wordt deels bepaald door de economische omstandigheden en door bedrijfsprocessen. Een ander deel heeft te maken met angst. Mensen zijn bang hun baan te verliezen, bang om niet te voldoen aan verwachtingen. Ook hun eigen overtuigingen zitten hen in de weg. Ze maken zichzelf wijs dat ze geen nee mogen zeggen. Telkens als er spanning is in het contact met collega’s, maken ze geen contact en reageren zij impulsief. Dat noem ik gefröbel. Dat herkennen en er pro-actief mee omgaan is de oplossing. Mensen hoeven niet steeds ja en amen te knikken. Ik leer hen dat ze zelf ook iets te willen hebben en de dialoog aan te gaan als ze aan hun tax zitten.”

Van Raalte helpt deelnemers aan de training in beeld te krijgen wat ze echt willen met hun werk, hun baan en hun leven: “Dat bewustzijn is in Nederland vrijwel nul. Mensen weten vaak niet echt wat ze willen en herkennen de signalen van hun lichaam niet. Dus kunnen ze ook geen draai geven aan een situatie met werkdruk. Daarin geef ik inzicht met mijn groepstraining van 20 uur. Mijn PE-methodiek staat voor ‘persoonlijke effectiviteit’. Met groepssessies, huiswerkopdrachten, persoonlijke reflectie en een eindpresentatie waarin deelnemers een eigen visie geven op hun werk maak ik mensen bewust. Waarvan? Onbewuste processen in de interactie met anderen, persoonlijke overtuigingen die hen in de weg zitten en impulsieve reactiepatronen. Ze leren vorm te geven aan wat zij zelf willen zodat zij bewust eigen keuzes gaan maken en dit niet langer laten bepalen door wat anderen willen.”

Speciaal onderwijs

Werkdruk kan je te gronde richten. Ook in het speciaal onderwijs kunnen ze daarover meepraten. Neem Brechje Nekkers. Als docent van het Yulius Discovery College gaf zij les aan kinderen met autisme, adhd of een andere psychiatrische achtergrond. Dat ging aanvankelijk prima. De problemen ontstonden voor haar zo’n vier jaar geleden toen de gevolgen van passend onderwijs zichtbaar werden: kinderen mochten niet langdurig thuis komen te zitten en moesten een plek krijgen op een school die past bij hun mogelijkheden.

Nekkers: “Ook in de regio Rotterdam merkten we dat. Ineens kregen we er een nieuwe doelgroep bij: kinderen die niet vanwege een stoornis maar vanwege hun gedrag bij ons kwamen. En daar was ik als docent dus niet op voorbereid. Ik kreeg te maken met kinderen die extreem bijdehand waren, zich van niemand iets aantrokken en soms zelfs manipulatief of intimiderend waren. Mijn gevoel van veiligheid werd aangetast, terwijl ik helemaal niet bang ben aangelegd. Er ontstonden spanningen, er ontstond werkdruk. Op een gegeven moment was ik alleen nog brandjes aan het blussen. Lesgeven was er niet meer bij.”

Gestopt met roken

Voor Nekkers was de spreekwoordelijk druppel een heftige situatie in de klas: “Ik heb de ziekte van Crohn, een aandoening aan maag en darmen. Ik was net terug na een tijdje afwezigheid en kreeg te maken met een jongen die onhandelbaar was. Ik zei dat ik zijn moeder zou bellen en dat hij naar huis mocht. ‘Als je dat doet, schop ik je in je buik’, zei hij. Toen was het genoeg. Dit was de aanleiding voor een resetvoor de hele school. We gingen drie dagen dicht, voerden goede gesprekken en besloten onder meer dat alle 35 docenten gecoacht zouden gaan worden.”

Sindsdien spreken de docenten elkaar aan op gemaakte afspraken. Ze trekken voortaan één lijn. Persoonlijk werd Nekkers zich door de coaching van Koos van Raalte ervan bewust dat ze zelf verantwoordelijkheid moet nemen als ze dingen anders wil. Nekkers: “De training kwam echt binnen. Zo ben ik gestopt met roken en 15 kilo afgevallen. Ook ben ik mijn eigen fröbel gaan doorzien en mezelf meer gaan waarderen. In mijn werk ben ik effectiever geworden. Ik zie wat wel en niet bij mijn taak hoort en zeg nee als het me niet past. Vroeger was het één grote brei. Als ik in de stress schoot werd ik chaotisch. Ik werkte me drie slagen in de rondte zonder dat er iets uit mijn handen kwam. De coaching gaf me inzicht in mezelf en overzicht over de situatie.”

Artikel delen: