Training ‘geloof en identiteit’ geeft basisschool nieuwe inspiratie

, in

SKOR

Wat drijft je? Wat inspireert je?

“Als het maar van binnenuit komt”

In tijden van individualisering en snelle veranderingen kan een organisatie soms even dolende zijn. Dat gold voor de SKOR, een katholieke scholengemeenschap in de regio Maassluis/Brielle. In een tweedaagse training met De Zwerm Groep werd gezocht naar de actuele betekenis van de katholieke grondslag. ‘Geloof’ bleek een veel ruimer begrip dan ‘religie’ of ‘naleven van de bijbel’. De training zorgde voor nieuwe inspiratie en verbinding met het dagelijkse leven.

We leven in een tijd dat we losraken van ons traditionele geloof. ‘Hoe God verdween uit Jorwerd’, schreef Geert Mak een aantal jaren geleden al. Dat de kerken leegstromen, kunnen we overal om ons heen constateren. Toch wil dit niet zeggen dat we zijn gestopt met geloven. Integendeel, geloof houdt ons gaande. We geloven in contact, in liefde, samenzijn, overgave, stilte of verbinding. Misschien geloven we wel in de natuur. Er zijn ongetwijfeld mensen die een heilig geloof hebben in politiek, wetenschap, literatuur, sport of zelfs voetbal. ADO Den Haag is voor sommigen niets minder dan een religie. Hoe dan ook, we raken geïnspireerd door geloof, ontlenen er onze identiteit aan, geven er richting mee aan ons leven.

Vinden van geloof, identiteit en zingeving kan soms knap ingewikkeld zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor organisaties die een traditionele katholieke grondslag hebben en toch midden in de huidige maatschappij willen staan, zoals de SKOR (Stichting Katholiek Onderwijs Riviersteden). Van de zes aangesloten basisscholen in de regio Maassluis/Brielle hebben sommigen een overwegend katholiek leerlingenbestand, anderen zijn grotendeels islamitisch. Sommige leerkrachten lezen de bijbel, anderen helemaal niet. Ook de schooldirecteuren hebben allemaal hun eigen overtuigingen. Wat kan al deze individuën binden? Wat is de gemeenschappelijke identiteit? Het bestuur van de SKOR ging daar samen met Barend Gerretsen van De Zwerm Groep en Joep Everts van KlankLichaam naar op zoek.

Meegaan met de tijd

Eerst even het maatschappelijke kader. Basisscholen zien vandaag de dag grote veranderingen op zich afkomen. Het aantal vakken en leergebieden is uitgebreid en veranderd. Leerlingen hebben individuele aandacht en maatwerk nodig. Van leerkrachten wordt gevraagd hun didactische aanpak kritisch te onderzoeken en aan te passen. Ouders stellen zich op als kritische consumenten, maar vragen ook om ondersteuning bij de opvoeding. Kortom, de scholen worden met zeer uiteenlopende eisen en wensen geconfronteerd en vervullen een grote maatschappelijke rol.

Meegaan met de tijd en voorbereiden op de toekomst is heel belangrijk. De SKOR snijdt deze uitdaging aan vanuit haar katholieke grondslag. Maar wat houdt ‘katholiek’ anno 2010 nou eigenlijk precies in? Die vraag begon algemeen directeur Harry Timmermans te kwellen als een eksteroog in een te nauwe schoen. Wat moet de leraar in de klas zeggen als ouders er vragen over stellen? Draagt de katholieke grondslag nog wel bij aan het zo belangrijke wij-gevoel van de hele organisatie? Is er verbinding? Of hangt alles als los zand aan elkaar?

Heel veel vragen, die werden uitgewerkt in de tweedaagse training ‘Geloof en identiteit in de school’. Barend Gerretsen: “De kernvragen waren: Wat voor plek heeft geloof binnen de SKOR? Hoe krijgt dit vorm binnen het managementteam? En hoe verhoudt zich dat tot de school, ouders en kinderen? De training was gericht op bewustwording en inzicht krijgen in de eigen identiteit als persoon en als organisatie. Samen met de zes directeuren van de scholen en de algemeen directeur zijn we daarnaar op zoek gegaan.”

Van Bach tot hardrock

In de klassen van de SKOR is de katholieke grondslag onder anderen terug te zien in de viering van feestdagen als kerstmis, advent, carnaval, pasen en pinksteren. De leerkrachten proberen de vieringen en bijeenkomsten zoveel mogelijk te laten aansluiten op de samenleving van vandaag. Ook tijdens de dagelijkse ‘dagopening’ wordt ingespeeld op de actualiteit. Er worden spreuken besproken en verhalen voorgelezen uit kinderboeken of uit de bijbel. De kinderen gaan vervolgens vertellen wat ze zelf hebben meegemaakt. Timmermans: “Zo’n dagopening kun je als leerkracht doen als een verplicht nummer, zonder geloof. Maar om geloof of identiteit over te brengen op de kinderen, moet er iets zijn dat van binnenuit komt. Wat drijft je? Wat inspireert je?“

Gerretsen en Everts kozen voor muziek om erachter te komen wat de zes schooldirecteuren drijft. Iedere deelnemer liet aan het begin van de eerste dag een muziekstuk horen (“van Bach tot hardrock”) waarmee hij of zij zich echt verbonden voelde. Het stuk moest klank geven aan de plek van geloof in zijn of haar leven. Vervolgens werden ervaringen gedeeld en bleek dat de muziek vaak verbonden was met heel persoonlijke gebeurtenissen in iemands leven. “De muziek bracht veel teweeg”, aldus Joep Everts, die het muzikale gedeelte voor zijn rekening nam. “Het delen van ervaringen was spannend en zorgde voor verbinding. De mensen bekenden kleur. Ik had de indruk dat hun geloof vooral gedragen werd door gevoel en levenservaring. Zo kregen we meer zicht op de zaak.”

In het open programma was veel ruimte voor gesprekken en verhalen. Vanuit herkenning of juist confrontatie ontstond de energie en inspiratie om samen dingen uit te werken. Al pratend, al schrijvend, al creërend, alleen of in de groep. Gerretsen werkte het MDI Drijfverenprofiel verder uit met de deelnemers om inzicht te verschaffen in eigen drijfveren en die van anderen. Gerretsen: “Inzicht in onze drijfveren helpt ons te begrijpen waarom we doen zoals we doen. Dat geldt net zo voor werkgerelateerde drijfveren.”

Een student van de PABO kwam vertellen (en werd kritisch bevraagd) over haar geloof en manier van in het leven staan. Op de tweede dag werd gewerkt aan wat geloof betekent en hoe je dat uitdraagt. Het hele vraagstuk werd in een gezamenlijke sessie teruggebracht tot een concreet en praktisch toepasbaar schema van een A4’tje.

Tastbaar resultaat

De training vond plaats in september. Terugblikkend noemt Timmermans het “een schitterende ervaring”. Met name de onderlinge verbondenheid is weer verstevigd. De gesprekken in de lerarenkamers gaan weer over essentiële zaken. Er worden weer ‘verdiepingsvragen’ gesteld: Waar loop je tegenaan? Hoe komt het dat je slecht geslapen hebt? Prachtig natuurlijk, maar wat heeft de training aan tastbaar resultaat opgeleverd? Wat merken de kinderen in de klas ervan? Timmermans: “We kunnen elkaar als directie nu beter sturen omdat we weer weten welke kant we op gaan. Dat heeft zijn weerslag op alles, ook in de klas. Een voorbeeld? Als een leerkracht zegt dat er van een bepaald kind niks terecht komt, sturen we bij. Zo’n uitspraak accepteren we niet want we hebben samen afgesproken en vastgelegd in het schema dat we in elkaar geloven en niemand laten vallen. Iedereen wordt gezien. Buiten sluiten van welke leerkracht of welk kind dan ook laten we niet toe.”

In het al genoemde schema is de hele training gematerialiseerd. Het is een visualisatie die bestaat uit drie cirkels en die weergeeft hoe teams individueel geloven (binnenste cirkel) en samen geloven (middelste cirkel) en hoe zij dit samen uitdragen. In de buitenste cirkel zien we de fysieke activiteiten op de SKOR zoals ‘vieringen’ en ‘lezen van bijbelverhalen’, maar ook ‘maatschappelijke betrokkenheid’. De middelste cirkel toont de gedachtes en gevoelens van de schooldirecteuren zoals  ‘geloven in elkaar’, ‘vertrouwen in elkaar’, ‘naastenliefde’, ‘geloven in de toekomst’ en ‘verbondenheid’. In de binnenste cirkel staan twee tekens: een kruis (voor hen die geloven in God) en een hart (voor hen die geloven in iets anders). Dat zijn de inspiratiebronnen.

Het schema houdt de organisatie op koers. Neem nou zoiets als maatschappelijke betrokkenheid. Als het cynisme in de lerarenkamers de kop op steekt over acties voor bijvoorbeeld Haïti of Pakistan, dan is het schema het vertrekpunt om mensen weer bij de les te krijgen. De toonzetting mag best pittig zijn. Timmermans geeft aan hoe hij dat aanpakt: “Ho ho, we hebben afgesproken dat we maatschappelijk betrokken zijn dus dat gaan we laten zien ook.” De cultuur van de organisatie wordt op deze manier bewaakt. En het werkt! Timmermans: “Ik voel me spekkoper dat ik het niet steeds ter sprake hoef te brengen. Men komt er zelf mee. Natuurlijk zakt dit allemaal wel weer een beetje weg straks, maar vooralsnog is onze identiteit stevig in de organisatie verankerd.”

Gedrag op speelplaats

Wat Gerretsen en Everts in de training hebben uitgewerkt met de schooldirecteuren, gaan die straks op hun beurt doen met de 156 leerkrachten. Kortom: de SKOR is nu pas halverwege. De verkregen inzichten moeten nu een plaats krijgen in het dagelijkse werk op school. Vragen die hierbij kunnen spelen zijn: Op welke momenten wordt gewerkt aan verdere realisatie van de identiteit? Hoe worden de daaruit voorvloeiende taken verdeeld? Hoe wordt dit naar leerkrachten ouders en verzorgers toe gecommuniceerd? En hoe wordt dit proces bewaakt?

Pas als het hele proces is afgerond, zal echt duidelijk zijn wat de kinderen in de klas van de training merken en wat we er bijvoorbeeld van terugzien op de speelplaats. Timmermans schetst zijn verwachtingen: “Neem twee scholen naast elkaar. De ene school gelooft, de andere niet. Aan het gedrag van de kinderen op de speelplaats moet je kunnen zien welke school aandacht aan de leerlingen geeft vanuit een katholieke identiteit. De verbinding uit zich in de manier waarop ze met elkaar omgaan.”

Artikel delen: